Spareribs staan volgens mij hoog in het lijstje van low&slow bereidingen op de barbecue. Het mooie er van is dat je kunt kiezen uit verschillende soorten uitsnijdingen, kruidenrubs, marinades, barbecuesauzen en ga zo maar door.

Voor deze ribs gaan we voor de oosterse wijze met een zelfgemaakte marinade en saus. Een marinade met de krachtige smaken en geuren van de Five spices, het zoete van de honing en het pittige van de tabasco. Na enkele uren low en slow op je kamado heb je heerlijke spareribs die gezien mogen worden. De kruidige geuren mag je zelf ervaren!

Voorbereidingen

Voor het marineren verwijderen we het vlies aan de holle kant van de sparerib. Dit vlies kan na bereiding van de rubs taai en perkamentachtig zijn en dus niet lekker. Steek hiervoor een kruisschroevendraaier tussen het vlies en het middelste botje totdat er genoeg ruimte is om het verder met de vingers los te trekken. Het marineren gaat makkelijk in een ovenschaal of braadslede. Om de sparerib hierin passend te krijgen halveren we hem. Meng alle ingrediënten voor de marinade in een schaaltje door elkaar en proef of deze naar smaak is. Wil je een wat meer pittige variant, voeg dan wat meer tabasco toe. Giet de dikke marinade over de spareribs en wrijf er alle kanten mee in. Dek daarna de schaal af met huishoudfolie en zet het voor een nachtje in de koelkast zodat alle smaken mooi kunnen intrekken.

 

De Kamado

De kamado vullen we tot de rand met houtkool en steken dit aan. Op het moment dat de houtkool gloeit en de vlammen weg zijn sluiten we de deksel. Zo’n 10 minuten later zal de temperatuur tegen de 200 graden Celsius zitten. Het moment om de platesetter, druipbak (met water) en grillrooster te plaatsen. De luchtinlaat zetten we een klein stukje open en en bovenin op een kier. Zorg dat de temperatuur nu rond de 120 graden Celsius blijft.

Tien minuten voordat de spareribs op het rooster gaan, leggen we een mooie kersen rookchunck tussen de gloeiende houtskool. Zodoende profiteer je direct van de rook als de ribs er op gaan en kun je nog even wachten tot zich goede rook ontwikkelt. Veeg overtollige marinade van de ribs in de braadslede en leg de spareribs met de holle kant naar beneden op het rooster. Dit geeft een betere temperatuur spreiding doordat de warmte in de holte blijft hangen. De overige marinade in de braadslede gebruiken we om het vlees ieder half mee in te kwasten. Doe dit op het moment dat het vlees er droog uit ziet. Afhankelijk van de temperatuur, de dikte en het vetgehalte van de spareribs zullen ze tussen de 2 en 3 uur nodig hebben. Hierna leggen we ze in een ruim stuk aluminiumfolie. Per halve sparerib leggen we op de bolle kant twee krullen roomboter en verspreiden een eetlepel lichtbruine basterd. Vouw het folie hierna (niet te strak) hermetisch dicht zodat er niets uit kan lopen.

Controleer na een uur tot anderhalf uur of de spareribs al hun gewenste gaarheid hebben. Wil je ze “fall of the bone” dan zul je ze waarschijnlijk nog wat langer er op moet laten liggen.

De saus

Deze spareribs gaan we niet aflakken, maar we serveren er een dunne saus bij. Meng hiervoor alle ingrediënten in een schaaltje en proef hierna of er nog iets toegevoegd mag worden.

Serveren

Serveer de spareribs in een schaaltje met wat rijst, atjar tjampoer, krokante ui en de saus. De saus mag men zelf met een lepeltje aanbrengen of gewoon lekker rechtstreeks dippen. In dit geval mag je de spareribs met de handen eten in plaats van met stokjes!

Ingrediënten

  • 1 sparerib (dik bevleesd)

  • Voor de marinade:

  • 3 tenen knoflook

  • 4 eetlepels five spices

  • 2 eetlepels Honing

  • 4 eetlepels balsamicoazijn

  • 1 theelepelzout

  • Tabasco (naar smaak)

  • Voor de Saus

  • 2 eetlepels ketjap manis

  • 1 knoflookteen

  • 2 eetlepels chilisaus

  • 1 theelepel citroensap

  • 1/2 theelepel sambal oelek

Benodigdheden